Het Juynbollfonds is op 2 oktober 1854 opgericht ‘ter bevordering van de ware leer des Evangeliums van Jezus Christus’ door de Haagse weduwe van mr. G.J. Juynboll, mevrouw J. Deel. Alleen die ‘jongelingen’ mogen ‘tot het genot van toelagen, uit de rente van de Stichting,’ worden toegelaten ‘dan alleen dezulke, welke eene beschaafde opvoeding hebben genoten, die zeer goede geestvermogens bezitten en daarmede paren eene alleszins gunstige aanleg voor de Predikdienst, mitsgaders eens heerschende en bepaalde neiging tot dezelve’. Mevrouw Deel geeft in het bijzonder aan ‘dat zoonen van ingezetenen of inboorlingen van ’s-Gravenhage als ook Zoonen van Predikanten in ’s-Gravenhage leeraarsambt bedienende of bediend hebbende, bijzonder in aanmerking komen moeten’.
De Stichting heeft haar beleid in de loop van de tijd moeten aanpassen, om toelagen aan theologische studenten en predikanten te kunnen verstrekken. Vanzelfsprekend wordt het aspect van theologische studie en theologische vorming niet losgelaten.